Anders denken en doen voor meer kansengelijkheid

Interview met Juliëtte Dekker, senior beleidsadviseur gemeente Amsterdam.
In stadsdeel Nieuw-West werken zo’n 100 partijen samen aan een betere toekomst voor de huidige en toekomstige bewoners van Amsterdam Nieuw-West. Het rijk, gemeente Amsterdam, wetenschappers, (maatschappelijke) organisaties, bewoners en andere betrokkenen; samen zetten zij in de ‘Alliantie Samen Nieuw-West’ alles op alles om lastige problemen in het stadsdeel grondig aan te pakken. Het Nationaal Programma Samen Nieuw-West vormt hierbij de leidraad.
Het tij keren
Een van de vijf ‘domeinen’ van het Nationaal Programma is ‘Kansen voor de jeugd’. Juliëtte Dekker heeft als beleidsadviseur van de gemeente Amsterdam een coördinerende rol binnen het opgave-team voor dit domein. “We gaan er samen met alle betrokkenen voor zorgen dat kinderen in Amsterdam Nieuw-West opgroeien op een fijne, veilige plek waarin ze kunnen leren en ontdekken. In dit stadsdeel groeien nu nog relatief veel kinderen op in een omgeving waar stress is, bijvoorbeeld door schulden, huiselijk geweld, werkloosheid of criminaliteit. Zij hebben niet altijd toegang tot sport, cultuur en (huiswerk)begeleiding en ontmoeten weinig mensen buiten de eigen kring. Dat tij gaan we keren.”
Ongelijk investeren
Wie denkt ‘het zal wel weer voor de korte termijn zijn, projectje hier projectje daar en de gemeente denkt te weten wat het beste is voor bewoners’ – die heeft het mis. Dit keer gaat het volgens Juliëtte écht anders. Het programma Samen Nieuw-West is niet ‘van de gemeente’ maar van álle betrokken partners. Problemen en vraagstukken worden eerst uitgebreid onderzocht, in samenhang met andere domeinen bekeken en bij de wortel aangepakt. “We investeren ongelijk in gelijke kansen”, stelt Juliëtte, “en durven beleid en regels ter discussie te stellen. We kijken bij elke uitdaging naar de brede context, nemen de tijd om het goed te doen, en héél belangrijk: de bewoners zijn onderdeel van de alliantie Samen Nieuw West. Zij denken en beslissen mee, en niet alleen hun problemen maar vooral hun kennis, behoeften en ervaringen zijn leidend.”
We investeren ongelijk in gelijke kansen en durven beleid en regels ter discussie te stellen.
Het jonge kind
Binnen het domein Kansen voor de jeugd zijn werkgroepen gevormd rond een aantal thema’s. Impuls is vertegenwoordigd in twee daarvan: Het jonge kind en Pedagogische infrastructuur. Juliëtte: “Binnen het thema Het jonge kind heeft Impuls de afgelopen jaren al veel mooie stappen gezet, mede dankzij de nauwe samenwerking met de gemeente en andere alliantiepartners. Zo kon op een aantal Impuls-voorscholen de groepsgrootte worden verkleind naar 12 kinderen en zijn er groepshulpen ingezet om kinderen die dat nodig hebben meer rust en aandacht te bieden. Een andere mooie stap naar meer kansengelijkheid is dat Impuls sinds een paar jaar een intensieve samenwerking heeft met alliantiepartner het Moedernetwerk, die op Impuls-locaties contact legt met ouders van jonge kinderen en hen ondersteunt.”
Pedagogische infrastructuur
Ook in de werkgroep ‘Pedagogische infrastructuur’ is Impuls (Groep Maatschappelijke Kinderopvang – GMK) actief. “Met de pedagogische infrastructuur bedoelen we het formele en informele aanbod in de wijk dat bijdraagt aan de opvoeding en ontwikkeling van kinderen”, legt Juliëtte uit. “We willen komen tot een situatie waarbij elk kind zich de hele dag door optimaal kan ontwikkelen. Daar hoort onder meer bij dat talenten worden aangesproken, dat er goede leerkrachten voor de klas staan, dat zorg en ondersteuning goed geregeld is, dat cultuur, sport- en andere clubs toegankelijk zijn voor alle kinderen én dat er voor iedereen kwalitatief naschools aanbod is.”
We willen komen tot een situatie waarbij elk kind zich de hele dag door optimaal kan ontwikkelen.
Naschoolse activiteiten
Voor dat laatste maakt GMK zich vanuit haar missie van kansengelijkheid graag sterk, in nauwe samenwerking met veel andere partijen, zoals scholen, OKT, Buurtteam, naschoolse activiteiten aanbieders en informele netwerkpartners. “GMK zoekt bijvoorbeeld steeds naar mogelijkheden om de BSO voor meer kinderen toegankelijk te maken”, aldus Juliëtte. “Daarnaast bieden zij naschoolse activiteiten aan op diverse locaties in West, zoals op De Kikker. Met de ervaring van Impuls kijken we als werkgroep hoe we dergelijk aanbod ook op andere scholen en kindcentra kunnen realiseren.”
Praktische stappen
De werkgroep Pedagogische Infrastructuur heeft drie clusters in het stadsdeel aangewezen waar in deze eerste fase de focus op ligt. Juliëtte: “Het gaat er in dit stadium vooral om dat we goed inventariseren wat er allemaal is in de wijk en hoe we kunnen zorgen dat het bestaande aanbod beter op elkaar aansluit. Concepten die al succesvol zijn, zoals ‘Samen Leren in de Wijk‘ gaan we breder uitbouwen. En inzichten, zoals die uit de bestuursopdracht ‘Naschoolse Ontwikkelomgeving’, zetten we om in praktische stappen op weg naar kansengelijkheid.
Rol van de gemeente
Juliëtte ziet voor de gemeente Amsterdam een belangrijke rol weggelegd binnen de werkgroep Pedagogische Infrastructuur. Zo organiseert Juliëtte vanuit haar coördinerende rol ontmoetingsmomenten tussen de verschillende clusters, om kennisdeling en uitwisseling te stimuleren. “Elk cluster heeft wel iets waar zij ervaring mee hebben opgebouwd en wat anderen kan inspireren en verder helpen. Verder proberen we als gemeente ook zaken te versnellen waar dat kan. Bijvoorbeeld door de zeer ingewikkelde financiering – alleen al naar scholen zijn er momenteel meer dan 30 subsidiestromen vanuit de gemeente – te versimpelen. Maar ook door de rol van wijkpartners en ouders centraler te stellen en hen uit te nodigen ook hun aandeel te leveren in de pedagogische infrastructuur van Nieuw-West.”
Als gemeente proberen we te versnellen waar dat kan.
Anders denken en doen
Duidelijk is dat het Nationaal Programma Samen Nieuw West zijn vruchten begint af te werpen. Juliëtte: “Voor alle partijen is duidelijk dat er een andere manier van denken en doen nodig is om kansengelijkheid te bevorderen en segregatie tegen te gaan. We krijgen er langzaam vat op wat die andere manier moet zijn. Op sommige thema’s zijn er al geweldige resultaten te zien, voor andere thema’s – zoals de Pedagogische Infrastructuur – zetten we in co-creatie waardevolle eerste stappen. Er zijn mooie ontmoetingen, we leggen verbindingen en samen zorgen we echt voor beweging en blijvende verandering. Ik ben zeker positief gestemd als het gaat om de toekomstkansen van kinderen en gezinnen in dit bijzondere stukje Amsterdam!”